Sun is shining, the weather is sweet. Met de compo- en wedstrijdslot achter de rug en ook de uittraining die alweer tot het verleden behoort, betekent dat maar één ding: vakantie! En wat is nou lekkerder dan in de zon, op het vlot of in een hangmat te lezen over roeien? Voor wie Blik op Roeien al helemaal uitheeft, zoekt de Blikredaxi de mooiste roeiboeken uit. Deze keer: De jongens in de boot van Daniel James Brown.
Door: Daniël Hendrikse
Dit boek heeft het verhaal van een Hollywoodfilm: een aantal Amerikaanse roeiers, eenvoudige zonen van houthakkers en vissers, komen op de Olympische Spelen van 1936 terecht en nemen het daar op tegen de Engelsen en de Duitsers. En ja, natuurlijk winnen de Amerikanen, dat kan ik alvast verklappen. Zoals elke Hollywoodfilm zijn goed en slecht duidelijk verdeeld en bovendien wordt de underdogpositie flink uitgebuit. Maar dat neemt allemaal niet weg dat dit een van de leukste roeiboeken is die er zijn.
Daniel James Brown beschrijft zorgvuldig de aanloop naar de Spelen. Hij volgt de jongens in hun roeicarrière, met studentenkampioenschappen en hun eerste overwinningen. Af en toe verliest hij zichzelf in details, wanneer hij pagina’s uitweidt over de bijbaantjes van ene Joe of de levensloop van een coach. Maar wanneer je als lezer je daaroverheen hebt gezet, krijgen de personages meer invulling en wordt het verhaal alleen maar mooier.
Brown is op zijn best wanneer hij over de essentie van roeien filosofeert, wat hij door zijn verhaal heen verweeft: ‘In zekere zin is een wedstrijdboot een machine met een beperkt doel – een aantal grote mannen of vrouwen, en één kleintje, helpen om zich zo snel en efficiënt mogelijk over een wateroppervlak voort te bewegen. Vanuit een ander perspectief is het een kunstwerk, een expressie van de menselijke geest, met zijn onbegrensde honger naar het ideale, naar schoonheid, zuiverheid en elegantie.’ (p.177) Of: ‘Roeien is in meerdere opzichten een sport van fundamentele paradoxen. (…) Het doel van de hele onderneming is uiteraard om de boot zo snel mogelijk door het water te laten gaan. Maar hoe sneller de boot gaat, des te moeilijker het wordt om goed te blijven roeien. Naarmate het tempo hoger wordt, worden fouten steeds genadelozer afgestraft, en de kans op rampen steeds groter. Tegelijkertijd maakt de inspanning die nodig is om een hoog tempo te kunnen handhaven de fysieke pijn nog vernietigender, wat de kans op een mislukking verder vergroot. Zo bezien is snelheid zowel het ultieme doel van de roeier als diens grootste vijand.’ (p.227)
Naast deze diepere laag is De jongens in de boot ook gewoon een spannend boek. Zeker naarmate de finale van de Olympische Spelen nadert, weet Brown de spanning flink op te bouwen.
Om de sfeer van toen te proeven, is dit filmpje zeker het kijken waard. Het is een fragment uit de film Olympia van Leni Riefenstahl, de even vernieuwende als omstreden filmmaakster die beroemd en berucht is geworden met haar film over een nazi-partijbijeenkomst in Neurenberg, Triumph des Willens. In dit deel van Olympia zien we eerst een race tussen de vieren en daarna de achten. Cinematografisch is het interessant om te zien hoe Riefenstahl met een snelle montage de spanning van toen weet over te brengen. Daarnaast zijn de dynamische shots van de roeiers en de stuurtjes fenomenaal – gemaakt lang voor de GoPro.
De jongens in de boot werd in acht talen vertaald en is een internationale bestseller. Er wordt nu gewerkt aan een verfilming, onder regie van Kenneth Branagh. Kortom, De jongens in de boot is het boek dat deze zomer niet mag ontbreken in je koffer of op je nachtkastje. En de 461 pagina’s verzekeren dat je tot en met de UIT-week verzadigd bent.
Daniel James Brown, De jongens in de boot. De legendarische acht van 1936, Uitgeverij Thomas Rap, 461 pagina’s, paperback €20 / ebook €9.