Februari – Hoe je niet gaat falen op Valentijnsdag
Je hebt het perfect gepland met je potentiële Tinderscharrel; tijdens de eerste date rustig wat gedronken in de stad, op de tweede date er een wandeling aan vastgeplakt en voor het eerst met elkaar gezoend. Je hebt jezelf nog steeds niet voor schut gezet, wat een hele prestatie is. Maar nu komt de alle belangrijkste date: date drie. De mens heeft evolutionair gezien twee dingen die het wilt en dat zijn eten om te overleven en voortplanten. En laat valentijnsdag nu voor de deur staan, een perfecte avond om die twee levensdrangen te combineren. Je vraagt je date op een valentijnsdiner. Bij jou thuis natuurlijk, waar toevallig al je huisgenoten niet aanwezig zijn.
Voor iedereen die geen inspiratie heeft of niet verder komt dan een pasta rode saus, heb ik drie basisprincipes om jouw Valentijnsdag niet te laten falen. Ik zal in deze Recepten met Remy vertellen hoe je met drie basisprincipes voor iedereen lekker kan koken. Bij elk principe wordt een gerecht gebruikt dat als voorbeeld dient. Je date zal zó onder de indruk van je kookkunsten zijn, dat zij/hij het tweede toetje niet kan weerstaan. Liefde gaat tenslotte door de maag.
Lekker koken is eigenlijk bijzonder makkelijk. Kijk naar de dingen die iedereen lekker vindt en zoek uit waarom dit lekker is. Ondanks dat smaken verschillen, houdt de mensheid van deze drie basisprincipes.
Tip/principe 1: Het moet mooi zijn.
Zoals jij je Tinder match hebt leren kennen omdat hij/zij knap genoeg was om naar rechts te swipen, zo is het ook bij eten. Niemand wordt echt warm van een bord witte pasta met doorgekookte courgette, kip, groene pesto en geraspte kaas. Het is zeker lekker, maar niemand zal onder de indruk zijn. Vervang de bleke pasta met tricolore pasta, de kaas met mozarella en maak het geheel af met verse cherrytomaten. Ineens heb je de Italiaanse vlag op je bord. Stukken beter al. Zo kan je heel eenvoudig spelen met je gerechten. Voeg wat extra kleuren toe, maak een streep saus in plaats van een plas saus envoeg verse kruiden toe als garnering,. Aallemaal dingen die geen tijd kosten, maar waar je heel veel voor terug krijgt. Een perfect voorbeeld van dit was de spruitjessoep van het kerstdiner. Voordat we het aan jullie serveerden, leek het op een plas kots. Een dot room, twee halve cherrytomaten en een soepstengel later leek op een sterren gerecht. Het scheelt ook dat het in een mooi, groot soepbord zat in plaats van een plastic kommetje. Dus als voorgerecht heb ik:
Spruitjessoep met cherrytomaatjes (credits aan Esther voor het recept)
Benodigdheden:
- 400 gram spruitjes.
- 500 ml kip/groentenbouillon.
- Komijnzaadpoeder
- 2 eetlepels ongezoete slagroom.
- 4 cherry tomaten.
- 4 soepstengels.
- Zout en peper.
- Staafmixer.
- 1 ui.
- 2 tenen knoflook.
Bereiding:
Snijd de kontjes van de spruiten en verwijder vieze/lelijke blaadjes. Snipper de ui en de knoflook. Fruit de ui en de knoflook in een pan waar uiteindelijk de soep in past. Wanneer de ui en de knoflook een beetje bruin beginnen te worden, doe je er een bouillonblokje bij en voeg je er 500 ml water aan toe. Breng het geheel aan de kook. Wanneer alle spruitjes klaar zijn, gooi je deze in de bouillon. Kook de spruitjes ongeveer 12 minuten. Pureer het geheel met de staafmixer en breng het op smaak met zout, peper en komijnzaadpoeder.
Schep de soep in een mooi diep bord en garneer het met twee gehalveerde cherrytomaten, een dot/streep slagroom en maak het af door twee soepstengels op het bord te leggen.
Principe 2: umami is je beste wingman.
Mensen hebben officieel vijf smaken: zout, zoet, zuur, bitter en umami. De eerste vier zijn vrij bekend bij iedereen, maar de vijfde is moeilijker om voor te stellen. Umami is oorspronkelijk een Japans woord dat zich vertaald naar ‘heerlijkheid’ of ‘hartig’ (Wikipedia, 2018). Het zorgt er letterlijk voor dat je eten lekker smaakt. Denk aan een tosti, ham en kaas zijn bekende umamibommen. Daarnaast bevatten o.a. tomaten, champignons en ander vlees ook veel umami.
Echter kan je niet teren op alleen maar umami. Niemand wordt echt warm van een losse plak tomaat. Je moet daarom leren om alle vijf smaken te combineren in een gerecht. Vooral voor het hoofdgerecht is dit belangrijk. Dus voor het hoofdgerecht heb ik een recept dat ik in mijn slaap verzonnen heb, een combinatie van bijna alle smaken:
De dromenstampot.
Benodigdheden:
- 600 tot 700 gram zoete aardappel.
- 200 gram gerookte spekreepjes.
- 1 venkel.
- 1 sinaasappel.
- 1 ui.
- 2 tenen knoflook.
- 1 winterpeen.
- 2 eetlepels sour crème.
- Een scheutje melk.
- Zout en peper.
- Optioneel: zongedroogde tomaten, verse koriander, geitenkaas, walnoten.
Bereidingswijze:
We beginnen bij de smaak ‘zoet’. Schil en snijd de zoete aardappelen in kleine stukken en voeg deze toe aan een pan kokend water. Voeg een paar snufjes zout toe aan het water (heel belangrijk, helpt enorm in het eindresultaat).
Tijd om nu over te gaan op de smaken ‘umami’ en ‘zout’. Bak de spekjes goed uit. Bak ze tot ze echt knapperig worden en het meeste vet eruit is. Snipper de ui en de knoflook. Haal de krokante spekjes uit de pan en voeg de ui en de knoflook toe aan het overgebleven vet. Fruit de ui en knoflook op laag vuur. Schil en snijd de winterpeen in kleine blokjes en voeg deze toe aan de ui en knoflook. Laat het geheel een beetje zacht worden. Is je date vegetarisch? Laat het spek achterwege en fruit de ui en de knoflook dan in de olie van de zongedroogde tomaten.
Giet de zoete aardappelen af en pureer deze met wat melk mocht het te droog zijn. Voeg vervolgens de sour crème toe (de smaak ‘zuur’). Mocht je de optionele zongedroogde tomaten gekocht hebben, dan kan je ook een scheut olie van de tomaten toevoegen.
Snijd de venkel in repen en laat dit 2 minuten meebakken bij de ui, knoflook en wortel. Voeg de aardappelpuree en de uitgebakken spekjes toe aan de rest. Rasp de schil van de sinaasappel en roer dit door het geheel zodat je de laatste smaak ook te pakken hebt: ‘bitter’. Schep mooie bollen, rondjes, hartjes, penisvormen van de puree door een koekjesvorm of een ijsschep te gebruiken. Garneer de puree met nog een klein beetje sinaasappelrasp, in reepjes gesneden zongedroogde tomaten, verse koriander, geitenkaas of walnoten.
Principe 3: waarom taart zo lekker is.
Tijdens mijn licht jaar heb ik veel moeten opgeven; alcohol, uitgaan, uitslapen op zondagenen zout. Maar één van dé dingen die ik het meest heb gemist, was de boterham met pindakaas en hagelslag tijdens mijn lunch (deze heb ik uiteindelijk vervangen door een boterham pindakaas en jam). Niks was zo lekker als het vettige van pindakaas in combinatie met de suikers van de hagelslag. En met dit voorbeeld komen we aan bij het laatste principe van lekker koken, namelijk…
Er gaat niets boven de combinatie van vet en koolhydraten. Dit is waarom patat zo geweldig is, je gooit koolhydraten in een pan met vet zodat de koolhydraten uiteindelijk vettig worden. Taart, snickers, ijs, pannenkoeken met spek en stroop, allemaal rusten ze op de combinatie van koolhydraten/suiker en vet. Vet en koolhydraten zijn de makkelijkst verteerbare energiebronnen (eiwitten staan op nummer drie van de drie…) en daarom heeft de evolutie ervoor gezorgd dat mensen hier van houden (ik heb psychologie gestudeerd, ik zeg maar wat. Volgens mij klopt het enigszins). Leer te koken met deze goude, dikmakende combinatie van macronutriënten, en je date zal halsreikend uitkijken naar wat voor toetjes er nog meer op het menu staan. Dus voor het toetje de perfecte combi tussen alles waar de mensheid van houdt:
Chocolademousse.
Benodigdheden:
- 100 gram extra pure chocola.
- 1 eetlepel roomboter.
- 1 eetlepel suiker.
- 150 ml gezoete slagroom.
- 1 theelepel vanille extract of ½ vanilleboon.
- 1 ei.
- Zout.
- Handmixer of garde.
- Optioneel: verse munt, aardbeien, espressopoeder, Baileys, rode peper.
Bereidingswijze:
Chocolademousse klinkt bijzonder intimiderend. Dit is perfect, want dan denkt je date dat je echt de beste chef ooit bent. Gelukkig voor jou weet jij zo precies hoe het moet en blijkt het echt een eitje te zijn. Deze mousse moet je van tevoren maken, aangezien het moet opstijven in de koelkast.
Begin met een kom op een pan kokend water te zetten. Om deze stap wat meer flair te geven noemen ze het in de culinaire wereld ook wel ‘au bain marie’. Breek de chocolade in stukken en smelt dit samen met de boter in de pan die ‘au bain marie’ staat, voeg een snufje zout toe. Mocht je vanilleboon gebruiken i.p.v. extract, voeg je de zaadjes van de vanille boon toe aan de chocolade, zout en boter. Optioneel kan je hier ook fijngesneden rode peper en een theelepel espressopoeder doorheen roeren.
Klop de slagroom op met de suiker en voeg vanille extract toe. Scheid de dooier en het eiwit van het ei. Roer de dooier door de slagroom. Klop het eiwit op totdat er pieken blijven staan. Laat de gesmolten chocolade even afkoelen en roer dit vervolgens door de slagroom. Als laatste lepel je het opgeklopte eiwit er door heen. Doe deze laatste stap echt voorzichtig, je wilt zoveel mogelijk lucht in de mousse behouden. Verdeel de mousse over twee mooie kommetjes en leg deze in de koelkast om op te stijven. Garneer met verse munt en aardbeien.
Hopelijk heb ik een paar mensen geholpen met hun valentijnsdiner. Mocht je vragen hebben of zelf één van deze gerechten hebben gekookt, app me (een foto)! Ik ben heel benieuwd naar jullie verhalen.
Veel succes in de keuken en hopelijk vertaald het zich tot een leuke valentijnsnacht.