Hoi!
Ik ben Robbert Kooiman, en de jongens die ik nog altijd als mijn ploeggenoten beschouw hebben mij gevraagd om een stukje te schrijven over mijn tijd bij Oxford Brookes University Boat Club. Precies (tot op de dag) één jaar geleden kreeg ik een bericht van Henry Bailhache-Webb dat zo begon:
Ik dacht een lange tijd dat het een soort grapje was, maar de naam klopte: het was de hoofdcoach van Brookes. Tot nog toe heb ik van niemand anders gehoord dat ze dit bericht gekregen hebben.
In de weken die volgden was er geen dag dat ik niet aan dit bericht dacht. Ik had een fijne baan, ik ging misschien een huis kopen, ik was wel klaar met het studentenleven en was van plan het roeien langzaam op een laag pitje te zetten. Nu kwam er opeens deze uitdaging, deze plagende prik in mijn zij. Wat als?
Het was een uitdaging waar iedereen in mijn omgeving mij hartelijk voor aanmoedigde, maar ik zelf nog twijfels bij had. Er waren een hoop redenen om thuis te blijven. Een relatie, die ik gelukkig heb kunnen meenemen; veiligheid, zowel financieel als in mijn carrière; en de kans om me professioneel verder te ontwikkelen en misschien de switch te maken van werknemer naar eigen bedrijf. Een hoop burgerlijke dingen waar ik mij burgerlijke zorgen om maakte.
De Henley Royal Regatta van 2019 zou de knoop doorhakken. Ik had besloten een kleine vakantie in te plannen, heen en weer te vliegen naar de Henley, de finales te aanschouwen en deze mysterieuze hoofdcoach te ontmoeten. Het feit dat ik deze brief nu schrijf geeft al wat weg over mijn ervaring bij de HRR: Brookes pakte na een week lang strijden de rode doosjes van zowel de Temple Challenge Cup als de Ladies’ Challenge Plate, twee van de meest felbegeerde prijzen van de HRR.
Ik was verkocht. Het ging gebeuren, en opeens moest ik mijn leven en mijn inboedel weer omtoveren naar iets dat in een studentenvertrek zou passen. Ik koos een masterstudie om bij Brookes te doen, Advanced Computer Science, maar dat voelde eigenlijk nog maar als kleine toevoeging aan dit avontuur. In een periode van ongeveer twee maanden was ik met een busje (gehuurd) en een vriendin (niet gehuurd) verhuisd naar Oxford, was ik mijn nieuwe studie gestart en was ik begonnen aan een volgende stap als roeier.
Helaas was ik iets té enthousiast en roeide ik me binnen een week naar de ergste blessure die ik tot nu toe gehad heb. Ik had een hernia veroorzaakt in mijn onderrug. Een paar dagen niet meer kunnen lopen; voor het eerst naar een fysio; een hoofdcoach die twijfelde of ik wel doorging; een zware tegenslag voor iemand die nét aan een nieuw avontuur begonnen was. Na ruim drie weken kon ik weer langzaam beginnen, kreeg ik het vertrouwen in mijn rug weer terug en begon het echte werk.
Trainen bij Brookes is zwaar. Er zijn twee coaches voor een team van 50 mannen, dus de aanpak is heel anders dan bij Orca. Je wordt bij elke training op dezelfde tijd verwacht, ook als je geblesseerd bent. Of je met de standaard training meedoet wordt bepaald met een kort gesprekje met de coach. Doet je rug zeer? Geen probleem, ga maar 90 minuten op de fiets. Nog steeds? Ok, 90 minuten op de fiets. Hersteld? Voor de zekerheid nog maar 90 minuten op de fiets. Na mijn blessure werd het een stuk leuker.
Bij Orca heb je in de meeste ploegen genoeg tijd voor individuele aandacht. De wedstrijdploegen hebben meerdere een-op-een gesprekken met de coaches, zowel voor de selectie als tijdens het seizoen. De gesprekken met de coaches vond ik altijd fijn, ik heb goede ervaringen gehad met de hoeveelheid zorg die mijn coaches mij gaven. Dat was wel even wennen bij Brookes—ik moest al dringen om überhaupt een woord te kunnen zeggen tegen de coach.
Desondanks heb ik enorm veel respect voor hoe Henry het doet. Hij krijgt het elke keer weer voor elkaar om 50 man tegelijkertijd heel hard te laten werken, dag in dag uit. En dat gevoel, om in een warm hok met z’n allen op een maandagmiddag aan je nieuwe 30 minuten, tempo 20 PR te werken, dat zal ik nooit vergeten.
Het botenhuis van Brookes is best ver weg, maar het vervoer wordt geregeld door de vereniging (hint, hint, Vianen) en de plek is geweldig. Het water is af en toe verschrikkelijk—je roeit op een onstuimige rivier die je het liefst aan de kant gooit—maar dat maakt de uitdaging om gecontroleerd te roeien alleen maar groter. Het niveau van roeien dat ik heb meegemaakt bij Brookes ben ik nergens anders tegengekomen (sorry, MGZ).
Het niveau van de stuurlieden is ook ongekend. Nu moet je wel beseffen dat het in Engeland heel anders werkt: de meeste studenten die willen roeien zijn al jeugdroeier geweest, en zo zijn ook de meeste stuurlieden al ervaren zodra ze beginnen met studeren. Je kan bij Brookes niet beginnen met roeien of sturen. Brookes heeft niets gemeen met de compo-wereld van Orca. Geen commissies, geen clubhuis, geen C4’en. Brookes is de natte droom van een wedstrijdroeier, uitvergroot naar twee botenhuizen met een indrukwekkende vloot. De stuurtjes zijn allemaal heel erg goed, en zijn effectief een soort tweede coach. Ze hebben volledige controle over waar de roeiers aan moeten werken elke training, en dat zie je terug in de resultaten.
Tijdens het seizoen heb ik me omhooggewerkt naar een redelijk vaste plek in de tweede acht, een 30’ PR op een split van 1:42.2, en met minimale voorbereiding een 2k PR op 6:07. Ik heb uiteindelijk maar een paar wedstrijden geroeid. De Upper Thames Head, waar we als Brookes plekken 1-2-3 haalden, en twee fixtures, tegen Oxford en Cambridge. Die fixtures roeiden we op de tideway, waar ik voor het eerst meemaakte hoe roeien in een stormvloed voelt; er waren golven die de Willem-Alexanderbaan eruit liet zien als het kinderbadje van het lokale zwemparadijs. Gelukkig was het tegen Cambridge beter weer.
Ook gingen we op trainingskamp naar Wimbleball lake, waar we een week lang elke dag twee keer seat-races deden. Die link van het trainingskamp is een aanrader, dat is naar mijn mening de beste roei-promo die ik gezien heb.
Hoewel ik maar een half seizoen heb kunnen roeien bij Brookes, heb ik gelukkig wel kunnen ervaren hoe gaaf het is om met deze ploeg mee te mogen doen. Brookes is een voornamelijk Britse club, maar er zijn roeiers uit alle hoeken van de wereld, en ze hebben allemaal één ding gemeen: een enorme wilskracht om samen voor de winst te gaan.
Nu zitten we met dit virus, en zijn al onze roeiseizoenen opeens voorbij. Ik was van plan om hier maar één jaar te blijven, maar als ik de HRR nog wil roeien moet ik dat plan misschien aanpassen. We zullen zien of mijn gewoonte om elk jaar tóch wel harder te roeien nu ook zal vasthouden.
Groeten,
Robbert
Mijn vraag is aan Daan Klomp: hoe begon jij met skiffen? Als een ervaren boordroeier, maar een onervaren skiffeur, heb ik toch nog last van het verliezen van balans en controle. Heb jij nog tips voor ons beginnende skiffeurs? Wat heb jij eerst geleerd, en hoe ging dat bij jou?
Ook benieuwd of je terecht kan bij Brookes voor een jaar in Oxford? Schrijf je dan in op de website!