In “een kaartje van…” sturen Orcanen elkaar een kaartje met een doorgeefvraag. Vorige keer zei Roos Reinartz het volgende: Iemand die fanatiek roeien en een druk commissieleven als geen ander kan combineren is Myrna Brandt. Voorzitster van IJs & Zopie en de Orcashop, al vijf jaar wedstrijdroeier en sinds kort ook lid van het Regionaal Talentcentrum. Op papier klinkt het dus alsof ze de omstreden kloof tussen westrijd- en comporoeiers op Orca redelijk goed overbrugt. Mijn vraag aan Myrna is dan ook: wat merk je zelf van deze kloof en hoe denk je dat we hem kunnen verkleinen?
Hoi Roos en beste Orcanen,
Bedankt voor je vraag! De kloof tussen wedstrijd- en competitieroeiers is op bepaalde momenten in mijn carrière op Orca wel merkbaar geweest. In mijn eerste paar jaar zorgde het ploegvormingsproces van de clubacht en Eerstejaars Dames voor een afsplitsing, omdat het op dat moment heel belangrijk werd om met die ploeg zo hard mogelijk te gaan roeien. Daarnaast is de wedstrijdkalender en de competitiekalender zó anders, dat je nagenoeg niet met elkaar in aanraking komt. De momenten dat wij als “Middengroep Dames” (= wedstrijdroeiers tussen eerstejaars en ouderejaars, die meestal het Development-klassement starten) in de kantine met competitieploegen praatten, was de eerste reactie vrijwel altijd “Wat een vreemde ploegnaam!”.
Wat zou ik doen om de kloof te verkleinen? Dat is een lastige vraag waar menig bestuur en adviesraad zich ongetwijfeld al over gebogen zal hebben. Als het alleen een kwestie zou zijn van meer onderling contact, dan kan ik commissiewerk van harte aanbevelen. Maar het feit dat je als wedstrijdroeier een aantal competitieroeiers kent, of vice versa, leidt nog niet gelijk tot willingness om Orca een betere vereniging over de hele linie te maken. Het mooist zijn initiatieven waarmee competitieroeiers en wedstrijdroeiers elkaar versterken, zoals de retro-truien waar zowel competitie- als wedstrijdroeiers op en buiten Orca in pareren, en waarmee zo’n € 2800 is opgehaald om hard te roeien in Vianen. Omgekeerd pik je als wedstrijdroeier ook dingen op waar competitieroeiers wat aan hebben, bijvoorbeeld met betrekking tot trainingsschema’s, voeding, en materiaal. De illustere herenclubacht van 2013 had ooit een WhatsApp-groep “Op gesprek bij de clubacht” waarin zij geregeld Olympiërs en ouderejaars wedstrijdroeiers toevoegden om uit te horen. Wat mij betreft beginnen we een soortgelijk project: “Adopteer een wedstrijdroeier”, waarin elke competitieploeg een gewillige wedstrijdroeier adopteert om met vragen mag bestoken, als een soort assistent-coach.
Zoals het hoort bij deze rubriek mag ik nu een vraag aan de volgende Orca(a)n(en) stellen. Ik kan altijd genieten van de creatieve namen die competitieploegen bedenken, en vraag me dan af of die ploegen nog meer goede ideeën voor Orca hebben. Mijn volgende vraag is dus voor de dames van het Strijkkwartet (eervolle vermeldingen voor Homo Sapipens o.d.z. ‘Vobesitas en Brak Rowbama): wat zouden jullie doen als je een groot bedrag (zeg: € 100.000) mocht investeren in Orca?