In “Een kaartje van…” sturen Orcanen elkaar een kaartje met een doorgeefvraag. In de vorige editie vroeg Steffen de Vries aan Remy Chou: Wat is volgens jou het grootste verschil tussen competitie- en wedstrijden, op de trainingen na?
Beste Steffen,
Bedankt voor je vraag! Van comporoeier naar wedstrijdroeier naar Composaris, weer terug naar wedstrijdselecties lopen, om uiteindelijk te eindigen waar ik nu ben, Club-coach, denk ik dat ik het roeigedeelte van Orca redelijk heb uitgespeeld (alleen wedstrijdcoach moet nog een keer gebeuren). Ik hoop je vraag door middel van mijn eigen ervaring te kunnen beantwoorden. Ik moet benadrukken dat het gaat om mijn eigen ervaring.
Ik heb namelijk nooit een “echt” competitieseizoen gehad; eentje waarin je met een zelf uitgezocht groepje roeiers en coaches doelen opstelt aan de hand van ieders voorkeuren, een jaar lang meer trainingen overslaat dan borrels en de races de bijzaak waren gedurende een wedstrijdweekend. Vanaf mijn eerste jaar stond het roeien namelijk al voorop in de ClubC4, waar ik niet mijn eigen ploeg en doelen kon samenstellen. Echter, ik denk dat ik uit de verschillen tussen mijn Club-, wedstrijd- en bestuursjaar, een redelijk antwoord kan bouwen.
In mijn bestuursjaar heb ik alle eerstejaars comporoeiers vanaf hun beginselen mee kunnen maken en sommigen zien uitgroeien tot hechte vriendengroepen. Echter, sommige zijn na hun eerste jaar allemaal lid af geworden of vielen gedurende het seizoen zichtbaar uit elkaar. Dat komt, in mijn ogen, door verschillen in de ploeg over wat iedereen wilt maken van hun jaar. Sommigen willen maximaal zuipen, sommigen willen serieuzer trainen, etc.
Daar zit, volgens mij, het grootste verschil: hoe en of de ploegen hechte vriendengroepen worden. Bij competitieroeien zie je vaker dat een ploeg uit elkaar valt omdat blijkt dat sommigen toch iets anders willen dan wat ze tijdens de ploegvormingsavonden hebben gezegd. Borrelen wordt voor sommigen belangrijker dan roeien of iemand heeft zijn studie toch onderschat, waardoor trainingen er onder lijden. Iets wat je bij wedstrijdroeien niet hebt. Iedereen heeft, ondanks zijn verschillen, altijd één ding gemeen in een wedstrijdploeg: ze willen allemaal zo hard mogelijk roeien en alles moet daar voor wijken. En vanuit dit gedeelde doel konden we in mijn wedstrijdjaar werken aan echt een hechte band. Het feit dat iedereen wist dat de ander altijd maximaal ging, creeërde een wederzijds gevoel van respect naar elkaar toe. Iedereen had zijn idiote trekjes waarbij je af en toe nog jezelf achter de oren krabde, maar uiteindelijk wist je dat hij het voor het algehele doel deed. Dit heeft er voor gezorgd dat het, elke keer dat ik mijn oud-wedstrijdploeggenoten weer zie, direct is als toen, ook al hebben we elkaar een halfjaar niet gesproken.
Er zijn natuurlijk genoeg compoploegen die wel de waren hebben gevonden tijdens hun ploegvormingsavonden en na jaren nog steeds onafscheidelijk van elkaar zijn. Voor deze ploegen heb ik het volgende verschil in competitie- en wedstrijdroeien: competitieroeien is het leukste dat er is, wedstrijdroeien het mooiste. Niks leukers dan met een groep goede vrienden bijzondere en bizarre avonturen beleven, feesten en elkaar door dik en dun slepen. Niks is mooier dan met een groep keihard samen te werken voor één doel, wetende dat er niks “leuks” is aan een 2k, maar het toch doen omdat je voor elkaar door het vuur gaat. Mijn motto is daarom altijd: roeien is niet leuk, roeien is mooi, want als je roeien nog leuk vindt, ga je nog niet hard genoeg!
Na dit betoog over roeien, wil ik het meer over commissies gaan hebben. Daarom de vraag aan Thomas Nieboer. Als dé persoon die het hele commissieleven op Orca binnenkort gaat uitspelen (ARCO’17, Intro’18, Kampcie’19, COCOS’20, Commissaris Vereniging ‘20 etc.), wat zijn jouw tips en tricks voor Orcanen die hun commissieleven willen opstarten?