In “Een kaartje van…” sturen Orcanen elkaar een kaartje met een doorgeefvraag. In de vorige editie was Daan Klomp aan het woord. Hij stelde een vraag aan Jurrian van de Kraats, benieuwd naar zijn coachervaringen met betrekking tot de Brigade, en nu EJL’21.
Dag Daan!
Bedankt voor de tips over het skiffen. Ik heb ze gelijk naar mijn roeiers doorgestuurd!
Zoals je in je vraag al impliceerde is het coachen van Eerstejaars Licht heel anders dan het team van talenten dat zichzelf de Brigade noemt. Voor de Orcanen die zich nu afvragen wat een brigade is: een tijdje terug vormde de skiffeurs van Ouderejaars Licht en Ouderejaars Zwaar samen met wat junioren van Viking een trainingsteam dat zichzelf, door gebrek aan een alomvattende naam, de (roei)Brigade noemde.
Het eerste jaar dat deze trainingsgroep bestond, ben ik hier ook als coach bijgekomen. De ouderejaars coaches zochten namelijk naar iemand met teveel tijd om handen, zij leerden die persoon vervolgens wel coachen. Voor een broekie dat net van Eerstejaars Licht afkwam en al lang blij was dat zijn blad het water raakte, was dit een enorme uitdaging. Wat kan ik namelijk vertellen tegen iemand die aan het trainen is voor een uitzending?
De roeiers en ik vonden elkaar in de drive die jij ook al omschreef. Elke haal moet de beste haal zijn en als dit niet geval is, moet deze gevonden worden. Een toproeier hoef je niet meer te leren roeien, maar juist leren zijn haal zo efficiënt mogelijk te maken. Met al iets simpels als benoemen wat je ziet, ondersteun je de roeier al enorm. Je gaat toproeiers niet snel vertellen dat ze meer ontspanning boven water moeten hebben. Echter, als je tegen ze vertelt dat de boot voorin stil legt, weten ze zelf ook wel dat ze met te veel spanning voorin aankomen. Als coach begeleid je de roeier om het optimale uit zichzelf te kunnen halen. Waar een roeier tien keer traint om de deze perfecte haal te vinden, train ik als coach ook tien keer om deze perfecte haal bij de roeier te vinden. Je rol als coach is ervoor zorgen dat de roeier in de meest optimale omstandigheden bij de wedstrijd verschijnt en er van overtuigd is dat hij deze wedstrijd het maximale uit zichzelf kan halen. Zodat als de roeier straks op een zonnige dag bij de start van zo’n prachtige twee kilometer-baan ligt, vanzelfsprekend 200 keer de beste haal uit zichzelf kan halen.
In het eerstejaars coachen vind ik op een andere manier eenzelfde uitdaging. Waar ik zeker in het seizoen nog best vaak een acht of viertje coachte, was dit altijd met ervaren roeiers en vaak niet in een vast team. Een vast team van onervaren boordroeiers coachen lag dus volledig uit mijn comfortzone. Ik merkte ook al snel in het begin van het jaar dat de tactieken en trucjes die ik bij de ouderejaars gebruikte, niet toe te passen waren op beginners. Het is namelijk erg lastig om naar de perfecte haal te zoeken als wat je roeier doet eigenlijk niet eens echt roeien te noemen is. Ik werd als coach dus vrij snel gedwongen om op zoek te gaan naar de basis.
Bij een training vraag ik mijzelf welk (basis)punt beter kan zodat de roeier dichterbij een goede haal kan komen. Wie namelijk een goede haal kan maken, kan ook een perfecte haal maken. Het kost alleen wat meer oefening. Elke training geef ik mijzelf de uitdaging om de roeiers in de tijd die we hebben, zoveel mogelijk stappen te laten zetten en zoveel mogelijk naar een goede haal te brengen. Bij mijn medecoaches merk ik ook een zelfde drive, energie en enthousiasme. Hiermee houden we elkaar ook goed scherp en ik haal hier zelf nog meer energie uit! Juist het scherpe coachen op de basis bij de eerstejaars kan ik ook weer goed gebruiken als ik de ouderejaars coach en ook bij hen zie ik echt grote stappen.
Corona brengt helaas onzekere tijden met zich mee. Dit jaar hebben we gelukkig wel nog een vooruitzicht op een tof roeiseizoen en ook vanuit de roeierwereld hoor ik veel enthousiaste initiatieven om dit jaar een toffe competitie te kunnen verwezenlijken. Ondanks dat is niks natuurlijk écht zeker. Momenteel zitten we met jongens veel in de skiff en zijn we vooral bezig een zo goed mogelijke basis neer te zetten voor als we zo weer in de acht mogen. Een echt langebaanseizoen zal er waarschijnlijk niet echt zijn, dus wij trainen nu in een keer door naar een sterk korte baanseizoen.
Waar competitie naar mijn mening wel een essentieel onderdeel van sport is, kan ik mij niet voorstellen dat een sporter met enkel competitie als motivatie op een gure dag in het donker zichzelf de verzuring in gaat trainen. Zeker bij de eerstejaars probeer ik echt het plezier in roeien en het plezier in het met elkaar in een team roeien over te brengen. Dit is wat mijn jaar Eerstejaars Licht een van tofste avonturen maakte die ik meegemaakt heb. Het is het plezier in de sport en hier met elkaar in excelleren dat mijn eerstejaars acht en ik zelf dat jaar gevonden hebben, dat ons nog steeds motiveert om praktisch dagelijks naar Orca te komen. Zelf ben ik van mening dat wie plezier heeft in een sport en plezier heeft in het beter worden, vanzelf de drive vindt om te blijven sporten. En wat is er leuker dan in de sport die je leuk vindt zo goed te worden dat je uiteindelijk de beste bent?
Een wedstrijd roeien of coachen is erg tof, maar er zijn nog veel meer toffe dingen die je op een wedstrijd kan doen! Ik ben daarom erg benieuwd of Elianne de Waard misschien iets kan vertellen over wat zij zoal doet als voorzitster van de MoBo vereniging en of zij misschien nog tips heeft voor mensen die er ook over na zitten te denken om ook in een motorbootje over de wedstrijdbaan te scheuren?