De Skøllcup, de tweede wedstrijd van het seizoen. Je hebt wat ervaring meegenomen uit Tilburg. Je weet ongeveer hoe een wedstrijd er uit ziet, wat je kan verwachten van je tegenstanders en je hebt twee extra weken training gehad om de ruwe kantjes van de roeitechniek bij te vijlen. Je bent dus ook helemaal klaar voor de Skøllcup.
De Skøllcup is in principe hetzelfde als het HNOT, de voorwedstrijd is een achtervolging vanuit doorstart en de finale is boord aan boord vanuit stilstand. Ook dit keer hangt het van je voorwedstrijd af in welke finale je komt (A t/m D). De enige verschillen zijn dat het op de Bosbaan is, dat er veel meer velden op dezelfde dag roeien, dat je nu in de finale tegen vijf anderen moet roeien in plaats van drie, dat deze tegenstanders nu allemaal ongeveer van jouw niveau zijn en dat de afstand twee keer zo lang is. Het mooie is wel dat je maar één voorwedstrijd hebt.
De race
De voorwedstrijd
Kijk van te voren goed hoe laat je bij de start moet zijn, waar de start is en let ook goed op waar de voorstart begint. Je kan beginnen met opwarmen in baan 0, richting het einde van de baan. Bij het einde van de baan kan je rond maken en verder opwarmen in banen 2 en 3, tussen de bordjes van 250 en 1250 meter. Tijdens het oproeien kan je 1e en 3e stop roeien en oefenen met vanuit light bouwen naar wedstrijdtempo. Let op: het is niet toegestaan om te roeien wanneer er andere boten gaan starten of wanneer er een wedstrijd langskomt, je moet dan de boot laten lopen!
Eenmaal aangekomen bij de voorstart, heb je net zoals bij het HNOT 50 meter om de boot op maximale snelheid te brengen voordat je over de start gaat. Ga voor de voorstart dus alvast light roeien zodat je de volledige 50 meter kan gebruiken om de boot op gang te brengen. Doe dit met bijvoorbeeld een drie naar tien of drie naar twintig.
Eenmaal over de start is het van belang om de snelheid te behouden en zo mogelijk nog verder op te schroeven. Doe hier dus ook een drie naar tien, houd niks in! Probeer dichterbij de tegenstander die voor je ligt te komen en verder weg van degenen die achter je varen. Dit zorgt voor zelfvertrouwen en een goede eerste 250 meter. Hierna is het van belang om een steady tempo en ritme te vinden, maar blijf ten alle tijden maximaal staan.
Rond de 400 meter beginnen de meeste ploegen moe te worden en gedemoraliseerd raken: je bent nog niet eens over de helft en je moet nog 600 meter. Dit is dan ook het beste moment om ze helemaal te breken. Doe een tussensprint in de vorm van een drie naar tien of drie naar twintig en pak de ploegen die voor je liggen!
Na deze tussensprint zijn jullie alweer over de helft, met nog zo’n 500 á 400 meter te gaan. Het is van belang om hier jullie mentale reset te vinden en met z’n allen weer sterk te gaan zitten. Probeer jezelf weer op te laden en ga de tweede helft in alsof het weer een nieuwe 500 meter is. Op 700 meter kan je weer een tussensprint aangeven om de ploegen die je tijdens de eerste tussensprint nog niet gebroken hebt, nu wel de nek om te draaien.
Je komt steeds dichterbij de finish, je hoort in de verte al vaag het ‘ALLEZ ORCA’ geroep. Je bent er bijna. Tijdens de laatste 200 á 100 meter is het tijd om de eindsprint in te zetten, een drie naar twintig. Gebruik het laatste beetje kracht dat je nog in je lichaam hebt en de adrenaline van het gejuich van het publiek om nog een paar secondes van je eindtijd af te snoepen.
De finale
Als alles goed is gegaan en er hard genoeg is gevaren, komen jullie nu in de A – finale terecht. De finale is wel met een vaste start en je start deze tegen vijf andere ploegen in plaats van drie zoals bij het HNOT. Zie het als twee extra ploegen om van de baan te varen. Let eerst goed op de kamprechter, let goed op wanneer jullie mogen starten, maar verleg
de focus na de start weer direct naar jullie eigen boot. Start weg met een startje: ¾, ¾, ¾, om er vervolgens een drie naar twintig over heen te doen. Zorg dat dit fel is, agressief! Probeer zo snel mogelijk vooraan het veld te varen om de tegenstanders te demoraliseren en zelfvertrouwen te kweken. Voor de rest geldt ongeveer hetzelfde plan als voor de voorwedstrijd.
Mochten jullie de A – finale winnen, roei dan door naar het ere vlot en
waar jullie het Orca lied over de Bosbaan mogen laten schallen.