Rivaliteit en burenruzies – Concurrentie tussen roeiclubs uit dezelfde stad

Sport verbroedert, zegt men. Dat het omgekeerde ook het geval kan zijn, blijkt wel uit de tumultueuze geschiedenis tussen ons en onze blauwe buren. Zo is het nog niet lang geleden dat  Orcanen een keer de tegels met het Triton-logo op hun balkon voor de grap door elkaar gehusseld hadden. Tritonezen, die toen een herendiner met een varken aan het spit hadden, hingen vervolgens de varkenskop aan onze letters op het balkon… Naast dagelijkse pesterijen (zoals ongevraagd toiletbezoek) is dit nog maar een kleine greep uit de fratsen die zoal worden uitgehaald. Hoe gaat het er in andere steden aan toe? Blik op Roeien trok het land in en zocht het uit. – Door Daniël Hendrikse

Burenruzies VarkenskopBurenruzies Tegels

Leiden – Njord en Asopos
De sleutelstad staat natuurlijk vooral bekend als corporaal bolwerk vanwege Minerva, het corps waar menig VVD-minister klaargestoomd werd voor het old boys network van de Haagse wandelgangen. Haar sportieve zustervereniging Njord onderhoudt nog altijd nauwe banden met Minerva. Dat de knorren ook wat te vertellen hebben, maakt de aanwezigheid van Asopos wel duidelijk. Twee leden vertellen.

Pelle, lid van Njord: “Vanuit Njord hebben wij een bijzondere blik op Asopos. Er gaan wel veel bijnamen rond; zo noemen wij Asopos ‘apensop’ of zuurstokken (aangezien ze zulke raar gekleurde pakjes hebben). Wat Njord altijd goed heeft volgehouden is dat wij hen niet erkennen als rivaal. De rivaal van Njord is Laga en Asopos zit gewoon in een stad in de buurt, want Leidenaren zijn het niet. Van Asopos hoef je dus niet veel te denken als Njord-lid. Wel worden er vaak genoeg grappen met elkaar uitgehaald. Bij Njord is wel eens de houten zwaan die aan het pand hangt paars geverfd. En anderzijds heeft Njord wel eens een paar kapstokken gejat. Zo worden ook vaak genoeg vice versa grappen uitgehaald. Na een gepaste vergeldingsactie die hiertegenover staat, komt dit altijd wel weer goed.”

Jesper Stuurman, commissaris competitieroeien bij Asopos: “Traditioneel gezien is er altijd rivaliteit geweest tussen de twee Leidse studentenroeiverenigingen. Asopos is opgericht door Njord-leden die zich niet konden vinden in de sfeer die op Njord hing. Zodoende besloten zij een eigen vereniging op te richten, die onderhand bijna haar 55e jaar in gaat. De strijd vindt tegenwoordig eigenlijk vooral op sportief gebied plaats. Het is altijd extra lekker als je je stadsgenoot weet te verslaan. Voornamelijk op het niveau van de leden is er nog wel een strijd gaande; Njord-leden hebben er moeite mee om toe te geven dat Asopos een Leidse vereniging is (Leiderdorp, Schiphol-Zuid, alles beter dan Leiden). Op bestuursniveau is dit al veel minder, de Njord- en Asopos-besturen kunnen eigenlijk heel goed met elkaar overweg. Er worden over en weer wel grappen gemaakt, maar altijd met een knipoog. Uiteindelijk hebben we er ook veel aan dat we met twee verenigingen in een stad zitten. Het is lastig in de introductieweek als je allebei de grootste en sterkste mensen probeert aan te trekken, maar de onderlinge sparsessies in de weekenden zijn zeker zeer waardevol. Zo heeft het voordelen en nadelen om samen in een stad te zitten, maar is het stiekem ook wel erg leuk.”

 

Delft – Laga en Proteus-Eretes
Of ook de Delftse techneuten het stiekem erg leuk vinden om samen in een stad om de eer te strijden, zoals de composaris van Asopos het zei, moet nog maar blijken. Onze verwachting is dat alleen al de afwezigheid van vrouwelijk schoon de spanningen hoog kan doen oplopen.

Alexander, voormalig Lagaër: “Eigenlijk is de verhouding tussen Laga en Proteus gewoon goed. Op wedstrijden werden bijvoorbeeld boten van elkaar geleend, als Laga tekort kwam. Tussen de besturen is er dus eigenlijk geen directe strijd, maar dat komt eerder door de ‘status’ van Proteus. Als Lagaër is er voornamelijk rivaliteit tussen ‘Onze Godin’ en de andere echte roeiverenigingen: Njord, Triton, Nereus, Aegir, Argo en Skadi.  Toch heb ik wel één regel in het Laga-gebed gevonden over Proteus: ‘Proteus wou zo graag, maar Laga ging naar Praag’. Geen idee waar dit over gaat, maar verder komt Proteus weinig in de literatuur bij Laga voor. Eventueel wordt er naar ze gerefereerd als ‘die blauwe’. Maar ja, de Schie is en blijft van Laga, ondanks dat Proteus hier ook op roeit. Winnen doe je op de Schie en aangezien Proteus niks wint, kunnen ze de Schie ook niet claimen. Proteus komt namelijk ook niet echt uit Delft, het is eerder bijna Rotterdam-Noord. Proteus wordt verder getypeerd door hun kenmerkend roeien: 1000m knallen en dan instorten (vooral instorten). Eén van de mores van Proteus is dat als je de vlag van Laga steelt, je dan gratis bier of lidmaatschap krijgt bij die blauwe. Dit typeert weer de onsympathieke kant van deze buren.”

Anne Bodde, secretaris van Proteus-Eretes: “Op Proteus hebben we inderdaad ook een vete met Laga. Vooral tijdens onze introductieperiode lopen de spanningen hevig op. Dit begint al met het plakken van posters in de stad; Laga en Proteus proberen om en om de stad steeds rood en dan weer blauw te laten kleuren. Uiteraard winnen wij deze battle elk jaar! Vervolgens is er de strijd met het leden werven, waarbij we onszelf als beste willen laten overkomen en krijg je dingen als ‘Laga heeft geen boten’ en ‘bij Proteus zijn alleen maar nerds lid’. Natuurlijk word je om het roeien lid en we hebben dit allebei redelijk goed voor elkaar. De laatste avond is er bij ons allebei de ledenbekendmaking. Laga kan maar feesten tot 12 uur vanwege de buren (https://twitter.com/overlastlaga?lang=nl is altijd grappig om in de gaten te houden), dus de laatste avond komen ze naar ons toe om hier biertjes te doen. Eerst is dat wel leuk maar uiteindelijk gaan ze altijd dingen slopen en worden ze naar huis gestuurd/gebrast. Verder moest ik ook nog denken aan iets wat in mijn eerste jaar gebeurd is. Een van mijn mede-sjaarschgenootjes vond de grote rode letters van Laga erg interessant en besloot de L te stelen en deze blauw te schilderen. Uiteindelijk heeft Laga wraak genomen door de voordeur rood te schilderen.”

921748_10200861430728329_103769000_o %5b98317%5d

919822_412442325520574_1700197372_o %5b98316%5d

Amsterdam – Nereus, Skøll en Okeanos
Dat begint meer op een vete te lijken, daar in Delft. Wij gaan op naar de hoofdstad, waar wel drie verenigingen het tegen elkaar opnemen. Wat voor gevolgen heeft dat voor de burenruzies?

Marieke, oud-wedstrijdroeister van Nereus: “Skøll zit altijd enorm op Nereus te haten. Vorig jaar was tijdens de introductieweken hun leus: ‘Liever dood dan in bordeauxrood’, dat gaat vrij ver dus. Als ze langsfietsen kijken ze je ook niet aan, en als je dan gewoon naar ze glimlacht of ‘hoi’ zegt zijn ze helemaal verbaasd. Ik vind Skøll daardoor een beetje zielig, alsof ze meer bezig zijn met op Nereus haten dan met het roeien zelf, en ik denk dat de meeste Nereïden er wel zo tegenaan kijken: Skøll is gewoon een beetje zielig. Dus je kan wel zeggen dat de band met Skøll niet zo goed is, maar dit voornamelijk door Skøll zelf komt. De band met Okeanos is wel prima, die zitten gewoon ver weg op de Bosbaan, daar heb je verder ook geen last van.”

Sofie, lid van Skøll: “Sinds juni woon ik in een heel gezellig huisje in Amsterdam-Oost samen met twee huisgenootjes. Ons huis is omgedoopt tot een echt roeihuis, want sinds september wordt de deur regelmatig platgelopen door allerlei bootjes en coaches. Het is alleen wel een bijzonder roeihuis: we zijn namelijk allendrie lid bij een andere vereniging. De onderlinge rivaliteit is zeker te merken. Op een huisfeestje waren bijvoorbeeld aardig wat Nereïden binnengeglipt en die vonden de Skøll- en Okeanos-posters wel bruikbaar voor het vouwen van papieren vliegtuigjes. Met gevaar voor eigen leven – ja echt – heb ik de Skøll-poster weten te redden. De poster van Okeanos ontkwam echter niet aan de handen van deze vingervlugge heren en werd verscheurd. Deze onderlinge strijd wordt alleen pas echt zichtbaar als er over de Varsity wordt gesproken. Julia, de Nereïde, begint dan spontaan met zingen: ‘Njord is naar de Noordpool geweest en wat hebben zij daar gedaan? Ze hebben de meisjes van Triton gekeest..!’  En dat gaat dan nog wel een tijdje door.
Als een bootje van een van de twee huisgenoten komt eten, valt het mij op hoe de terminologie tussen elke vereniging van elkaar verschilt. Waar wij Skøllies het hebben over meer benen, RIT’ers, ‘liever een lul dan bordeauxrood’, hoor ik hen spreken over jaarclubs, verticalen, horizontalen, prominent, hulde, en b’vo. Oh, en klappen is blijkbaar iets voor artiesten of zeehonden. Het is ondanks de onderlinge rivaliteit eigenlijk ook wel heel gezellig. In april starten we alle drie de NOOC en stiekem hoop ik dat ik de onderlinge strijd daar for once and for all kan settelen.”

Anne-Fleur, oud-wedstrijdroeister van Okeanos: “Als je als ‘Okeanied’ gevraagd wordt bij welke studentenroeivereniging jij roeit in Amsterdam, kijk je niet meer verbaasd op als ze nog nooit van die kleine roeivereniging Okeanos aan de Bosbaan hebben gehoord. Nereus, dat kennen ze. Skøll, daar hebben ze vaak ook nog van gehoord. Okeanos, uhm, geen idee. Toch maakt dat een Okeanied niet minder trots en zal deze ook zeker niet over zich heen laten lopen door de Amsterdamse concurrerende verenigingen. Okeanos heeft een kleine, maar hechte populatie die graag voor de vereniging uitkomt. Als wedstrijdroeier heb ik weinig gemerkt van de concurrentiestrijd tussen de verenigingen. Al fascineerde mij het verhaal over een tandem die al zo vaak uitgewisseld is tussen Okeanos en Skøll dat het niet meer duidelijk is van wie de fiets eigenlijk is. In mijn jaar behoorde hij tot Skøll. Zwaar’16 van de Skøllies wou de tandem aan ons teruggeven als ze op date mochten met ons, EJD’15 Okeanos. Onze praeses heeft dit verzoek echter afgewezen met de boodschap dat ze dan eerst wat harder moesten gaan roeien. Om een duidelijker voorbeeld van de concurrentiestrijd te kunnen geven duik ik even de geschiedenisboeken in. 1989, een jaar wat geen enkele Okeanied zou mogen vergeten (ondanks het feit dat de meeste van ons toen nog niet eens geboren waren). In dat jaar won Okeanos de Varsity! De overwinning werd uiteraard gevierd. De ruimte waar dit zou gebeuren is echter nog voor de huldiging van de winnaars door Nereïden afgebrand. Dit is uiteraard een extreme situatie, maar verenigingen uit dezelfde stad liggen toch altijd iets gevoeliger dan de andere steden.”

Groningen – Gyas en Aegir

Op naar het hoge noorden, waar Gyas en Aegir in een machtsstrijd verwikkeld zijn. Of zijn die noorderlingen daar te nuchter voor?

Lucia, lid van Gyas: “De eeuwig voortdurende strijd tussen Gyas en Aegir verheft zich boven het niveau van Groningse nuchterheid tot een niveau van heerlijk kinderachtig gekissebis. Aegir roept dat bij Gyas (aka. Gajes, Gays, de Overkant, naam verzwijgen) alleen maar mensen zitten die vroeger gepest zijn en die niet met anderen durven te praten en daarom maar keihard muziek aanzetten op borrels. Ook hebben ze een keer een varken losgelaten in de sapjeskamer van de knorren, die door de dierenambulance gered moest worden. Andersom zitten er bij Agier (aka. De Kanoclub, willekeurige volgorde van de letters a, e, g, i en r) volgens Gyas hoogmoedige mensen in witte, doorzichtige broekjes, die tegenwoordig niet meer weten hoe een blik eruit ziet. Zo worden de sparsessies in de KEI-week en tijdens de Bommen Bootrace over het algemeen door Gyas gewonnen. Eagir heeft de grootste vloot en de grootste botenwagen, maar Gyas heeft de meeste leden, super logisch. Groningen blijft voorlopig dus wel onrustig, met of zonder gasboringen.”

Floor Brinkman, Ab-actis van Aegir: „Gyas?”

Na deze veelzeggende reactie van de ab-actis van Aegir, is het tijd de balans op te maken. Zijn er algemene trends te herkennen in de manier waarop concurrerende stadsgenoten elkaar behandelen?

Het meest komt het bewust misbruik van clubnamen voor. Bovendien ontkennen de corporale verenigingen het bestaan van hun knorrige stadsgenoot of ontkennen zij dat ze in dezelfde stad zitten, om zich vervolgens terug te trekken in hun eigen elitaire wereldje. Het stelen van attributen blijft echter ver achter bij het sportieve aftroeven van de ander, tegen onze hypothese in. Ten slotte vinden behoorlijk veel roeiers het “leuk” of “gezellig” om met leden van de andere verenigingen om te gaan of amicaal concurrentie aan te gaan. Wat ons betreft, mag er wel wat olie op het vuur: waar is die echte clubliefde gebleven? Het gaat hier niet om polderen, maar om knokken, het is een survival of the fittest! Dus kom maar op met die rivaliteit, daar ga je alleen maar harder van roeien!