Door de pandemie mis je als Orcaan een boel nieuwtjes die je normaliter tijdens een borrel of in de wandelgangen zou horen. Eén van deze nieuwtjes is dat er drie Orcanen tijdens het internationale wedstrijdseizoen van 2021 zullen starten! Eén daarvan is natuurlijk Inge Janssen, een vaste gegadigde bij de bond. De andere twee worden in de komende twee interviews geïntroduceerd. Dit keer weer een lichte, maar dan een dame: Tosca Kettler!
Het interview is iets meer dan een week voor de World Cup afgenomen. De World Cup wedstrijden zijn te zien als een soort klassement voor het internationale roeien, inclusief bijpassende gele roeipakjes voor de koploper in het klassement. Als een echte wedstrijdroeier spreken we Tosca gekleed in pyjama, in bed, het is tenslotte al 21:30 wanneer we beginnen.
Blikredaxi: Door het coronavirus kunnen weinig mensen naar Orca, dus een hoop informatie is hun ontgaan. Zou je jezelf kunnen voorstellen aan de eerste- en tweedejaars die waarschijnlijk nog niet van je gehoord hebben?
Tosca: Ik ben Tosca, vijfdejaars wedstrijdroeier bij Orca en zevendejaars Orcaan overall. Hiervoor heb ik bij de buren, Viking, geroeid. Wel echt op het meest lage niveau. Ik was gewoon een comporoeier die voornamelijk op zondag op de vereniging te vinden was, want dan kon je ‘koekjesroeien’. Oftewel: koekjes meenemen voor tijdens de training en na de training nog eens genieten van een welverdiende appeltaart.
“Toen ik tegen de EJD coaches zei dat ik wilde wedstrijdroeien, werd ik doorverwezen naar de stuurselectie!”
Toen ik ging studeren, begon ik wedstrijdroeien steeds interessanter te vinden. Alleen had Orca in 2014-2015 nog geen lichte dames wedstrijdsectie. Toen ik tegen de EJD coaches zei dat ik wilde wedstrijdroeien, werd ik doorverwezen naar de stuurselectie. Ik woog namelijk maar 53 kilo. In mijn eerste jaar heb ik maar compo geroeid in een ‘bijzonder falende ploeg’. Het jaar erop werd ik onderdeel van EjLD’16, de eerste eerstejaars lichte damesploeg van Orca!
Naast het roeien doe ik een fulltime PhD in Hydrolic Engineering in Delft. Vraag me niet om het uit te leggen, is te lastig. Het komt er op neer dat ik kijk naar golfjes bij de kust en wat die met het zand doen. Eigenlijk wilde ik dit jaar stoppen met roeien omdat ik 40 uur per week ging werken. Alleen kwam de corona, waardoor ik volledig vanuit mijn eigen huis kon werken. Ik had ook geen zin en tijd om naast mijn werk een nieuwe hobby te moeten gaan ontdekken. Zonder hobby verdwijnt alle spanning uit leven door het werken.
Blikredaxi: Dus dan maar uitgezonden worden?
Tosca: Hahaha, ja! Alles werd natuurlijk constant afgelast, waardoor je je het moeilijk kon verantwoorden om 12 uur per week over het kanaal te roeien. Ik zocht daarom steeds meer afwisseling: beetje hardlopen, iets meer fietsen.
Blikredaxi: Wanneer kreeg je te horen dat je werd uitgezonden?
“Oh ja, je kan hard ergometeren dus je kan vast ook wel hard roeien, ga maar mee”.
Tosca: Het was wel een bijzonder moment, want ik had het niet echt verwacht. Ik was net uitgegleden op het ijs en had ik een hersenschudding dus ik dacht: roeien gaat niks meer worden dit jaar. Toen werd ik met een hersenschudding gebeld door mijn coach die het nieuws ineens bracht: mocht ik ineens naar de World Cup I in Zagreb! Ze kenden me omdat ik een ergotest had ingestuurd die heel hard ging. Ik had verwacht dat ik daarnaast nog had moeten racen op de Bosbaan maar het was eigenlijk zo van “Oh ja, je kan hard ergometeren dus je kan vast ook wel hard roeien, ga maar mee”.
Blikredaxi: En natuurlijk een prima plekje behaald op de NK (vierde), dus de keuze lijkt goed onderbouwd!
Tosca: Zeker, maar ik had natuurlijk één plekje hoger willen eindigen. Ik werd in de laatste 500 meter net ingehaald. Oftewel, ik moet gewoon zelf harder afsprinten. Bij de World Cup kunnen andere landen natuurlijk al hun meest ervaren WK-gangers sturen, maar voor hetzelfde geld roei ik ineens tegen een paar beginnende talenten. Heel goed is het dus niet te vergelijken.
Blikredaxi: Oftewel, iets eerder en harder afsprinten en top-drie is binnen handbereik.
Tosca: Hahaha, wie weet. Ik zie het eigenlijk ook deels als een vakantie. Heerlijk door Kroatië reizen en terrasjes pakken tussen trainingen door (want daar zijn de terrassen wel open). Gelukkig heb ik coaches die me eraan blijven herinneren dat het geen vakantie is!
Blikredaxi: Hoe bereid jij je (mentaal) voor op de race?
Tosca: Nou eigenlijk… Niet? Ik ben fan van weinig voorbereiding. Meer voorbereiding zorgt bij mij alleen maar voor meer stress. Ik ben ook geen fan van een wedstrijdplanning, überhaupt planning. Ik ben eigenlijk ook altijd te laat. Mijn coaches worden af en toe gek van mijn ongeorganiseerdheid.
“Hoe ik me voorbereid op een race? Heel grimmig trainen!”
Ik bereid me voor met hele grimmige trainingen, bijvoorbeeld 3 setjes van 12x 1.5 minuut lang op 2k tempo roeien, met dertig seconde rust tussen herhalingen. Dat is misschien wel de meest killing training. Dat is hoe ik me mentaal voorbereid: heel grimmig trainen. Ik kijk eigenlijk niet naar de tegenstanders, ik zoek geen startlijsten op of hoeveel roeiers starten. Ik heb geen idee wat er aan komt. Ik ben ook geen fan van wedstrijden visualiseren, daar raak ik alleen maar gestrest van.
Blikredaxi: Hoe bereid je dan wel voor een race?
Tosca: Noouu, ik zit even te denken. Voor elke wedstrijd (en training) ga ik altijd een stukje rennen. Ik word heel rustig van rennen. Als ik een hele dag heb stilgezeten voor werk of studie, kan ik me mentaal niet voorstellen dat mijn lichaam klaar is om te gaan sporten. Door te gaan rennen, kom ik er achter dat mijn lichaam toch wel klaar is om te gaan! Je ziet me altijd als een cheetah over het baan terrein rennen.
Blikredaxi: Hoe ziet je trainingsschema er nu nog meer uit?
Tosca: In de winter deed ik echt heel lange trainingen: ‘s ochtends 28 kilometer roeien, ‘s middags nog 20 kilometer. Nu de wedstrijd nadert, worden de trainingen wat korter en intenser. Ik train nu ongeveer 10 á 12 keer per week. Op vrije dagen heb ik vaak energie over en ren ik soms nog een ‘babbelrondje’ met mijn zus: stuk hardlopen en bijkletsen. Dan kom ik eigenlijk aan de 14 keer per week. Dat is wel een sportverslaving.
Blikredaxi: Je bent al vijf jaar een lichte dame, hoe ga je al die tijd om met inwegen?
“Het enige wat ik doe om af te vallen is bij elke snack afvragen: heb ik dit echt nodig, of verveel ik me gewoon?”
Tosca: Ik weeg redelijk makkelijk in, in mijn eerste jaar was ik zelf compensatie. Naarmate de jaren vorderen, krijg je natuurlijk steeds meer spieren. Ik moet nu een maand van tevoren gaan opletten om op gewicht te komen. Gelukkig verbrand ik, door het vele trainen, zoveel calorieën dat ik alsnog meer kan eten dan een normaal persoon. Het enige wat ik doe om af te vallen is bij elke snack nadenken: heb ik dit echt nodig of verveel ik me gewoon. Als tweede het antwoord is, laat ik het gewoon staan en val ik af.
Blikredaxi: Als je terugkijkt op je wedstrijd jaren, wat zijn dan je grootste leermomenten geweest? En heb je nog inspirerende verhalen voor toekomstige wedstrijdroeiers?
Tosca: Omgaan tijdens wedstrijden, letterlijk. Want ik ben bij twee wedstrijden omgegaan. Daarnaast leer je echt tot het einde gaan. Daardoor weet ik nu hoe diep ik écht kan gaan en weet daardoor ook wanneer ik moet stoppen. Het gevoel dat je krijgt wanneer je echt alles hebt gegeven, dat geeft zoveel zelfvertrouwen. Daarnaast is roeien ook gewoon gigantisch leuk. Het is eigenlijk buitenspelen voor volwassenen. Je kan het vergelijken met Mario Kart, maar dan op het water. Je racet tegen andere mensen, je hebt golven, wind, er gebeurt van alles om je heen. Elke haal is weer anders, andere spetters, andere golven. We leven in een samenleving waar alles voor je geregeld is, je hoeft niet meer op avontuur als je dat niet wilt. Maar roeien is altijd een avontuur!
Ook maakt het je niet alleen fysiek sterk, maar ook mentaal. Bij alles wat ik kut vind denk ik: Wat is nou echt erger? Dit of een 2K? Als je zo denkt, valt het hele leven eigenlijk wel mee.
“Wedstrijdroeiers zijn gepassioneerd: je kan niet iets twaalf keer per week doen zonder er een passie voor te hebben. Dat vind ik zo gaaf aan roeiers!”
Tenslotte kom je heel veel leuke mensen tegen, want roeiers zijn nou eenmaal leuke mensen. Ik woon nu bijvoorbeeld met Joan, mijn oud-ploeggenoot en huidig coach, die ik zonder roeien nooit had leren kennen. Daarnaast zijn de meeste wedstrijdroeiers gepassioneerd, je kan niet iets 12x per week doen zonder dat je er passie voor hebt. Als ze stoppen met roeien, zie je ook vaak dat ze ergens anders vol voor gaan: coachen, een PhD, een andere hobby etc. Dat vind ik zo gaaf aan roeiers.
Natuurlijk kon ik dit ook niet bereiken zonder de financiële ondersteuning van het first team en de begeleiding van mijn coaches: Gerco, Pim, Elise, Joan, Steffen, Edwin en Marleen. En iedereen die mij hiervoor hebben gecoacht. Zonder al mijn coaches was ik nog steeds koekjesroeier bij Viking.