Licht roeien belicht (Longread)

Door Marthe van der Velde (met hulp van velen: bedankt voor jullie input en openheid!) *

Vorig jaar februari vond mijn eerste (en laatste) wedstrijd plaats als lichte dame. In een kille loods in Delft ondervond ik daarbij ook mijn eerste weegmoment: een bijzondere ervaring! Ik zag drommen van dames en heren juichend en high-fivend naar aanleiding van een succesvolle ploeg-inweging. Ook meer nonchalante types die nog een halve outfit aan hadden waren van de partij. Wij deden lachend mee: de tactiek ‘intimiderend inwegen’ hield in dat we met al onze kleding op de proefweegschaal, kauwend op een mueslireep, eens zouden laten zien wat we waard waren. (1)

Het lichte roeien is een bijzondere tak van sport. Volgens de Internationale Roeifederatie, de FISA, is deze gewichtscategorie destijds geïntroduceerd “to encourage more universality in the sport, especially among nations with less statuesque people.” In het licht (haha) daarvan moet (in het korte baanseizoen) een lichte mannenboot gemiddeld 70 kg (individueel max 72.5) wegen, waar dat voor een lichte damesboot neerkomt op 57 kg (individueel max 59). Dat pakt in de praktijk iets anders uit: voor de meeste lichte ploegen worden geen kleine, maar eerder lange (de “statuesque”) dames en heren ingeselecteerd. Roeitechnisch gezien niet onlogisch: lange mensen maken langere halen en roeien daardoor harder en efficiënter. Met het oog op de overwinning is het daarom gunstig om alsnog langere mensen in te selecteren. Door de gewichtsrestrictie biedt deze wedstrijdroeiklasse aan veel fanatieke sporters de mogelijkheid om toch mee te kunnen komen op topniveau. Deze roeiers zouden vanwege hun lengte of gewicht anders waarschijnlijk buiten de (wedstrijd)boot vallen. Immers, massa = kassa. Bovendien maakt de restrictie het veld ook ontzettend eerlijk, aangezien iedere roei(st)er nagenoeg dezelfde afmetingen heeft en het dus puur aankomt op techniek en vermogen. 

Aangezien elke roeier bijna dezelfde afmetingen heeft, is het lichte roeien een uitzonderlijk eerlijke tak van sport

Selectanten moeten in veel gevallen eerst een X aantal kilo’s afvallen voordat ze kunnen inwegen in het wedstrijdseizoen. Uit onderzoek onder Nederlandse lichte studentenroeiers blijkt dat dit onder de dames tot wel driekwart van de selectanten kan zijn. De link tussen topsporten en eetproblematiek is dan ook snel gemaakt. Dat is niet per se verwonderlijk, want veel karaktertrekken die nodig zijn om uit te blinken in de sport (perfectionisme, zelfmotivatie, doelgerichtheid) vormen tevens risicofactoren voor een verhoogde kans op mentale problemen (zoals bijvoorbeeld een eetstoornis of op een self-destructive manier gaan sporten), tel daar nog enkele sportspecifieke risicofactoren bij op (o.a. verhoogd trainingsvolume, sportmilieu met hoge focus op lichaam, gewicht en vetpercentage, herhaaldelijk (publiekelijk) wegen en hoge druk) en er ontstaat een gevaarlijke mengelmoes van een supergave sportervaring en risico’s op mentale struggles.

Ook op de internationale top is dit zichtbaar. Afgelopen maart maakte Zoe McBride, een van Nederlands’ (Paulis & Keijser) grootste tegenstander in de lichte dubbeltwee, in een openhartige (en voor sommigen misschien ook wel herkenbare) Instagrampost bekend te gaan stoppen in verband met de mentale hordes die ze moest overkomen. Een heftige, maar inspirerende beslissing in een voor andere lichte companen maar al te herkenbaar dilemma.

EJLD’20 op onze enige wedstrijd ooit: wel een weegmoment overleefd!

Inwegen voor dummies: Lijfhacks?

Een deel van je gewicht raak je door het intensieve sporten natuurlijk zonder al teveel moeite kwijt, al krijg je er ook flink wat spiermassa #gains voor terug. Roeiers krijgen dan ook een streefgewicht mee vanuit de coaches: een gepersonaliseerd gewicht wat je op een wedstrijddag moet wegen om als ploeg de wedstrijd te mogen starten. Soms is dat een seizoensgewicht, dus een gewicht dat je tijdens het hele (lange/korte baan-)seizoen moet wegen om tussentijds niet opeens ziek te hoeven crashen, soms is dat wel een specifiek wedstrijdgewicht, waardoor je de week ten aanloop van de wedstrijd wel aan de crasherij moet. (2)

Omdat sommige roeiers niet op een natuurlijke (dus met veel bewegen en een beetje op je voeding letten) wijze op dit streefgewicht kunnen komen, zijn er vanuit de lichte roeiscene wat trucjes ontstaan om toch dat goede gewicht op de wedstrijdweegschaal te kunnen zien verschijnen. Velen zullen de voorbeelden wel kennen: een paar dagen voor de wedstrijd worden roeiers op een zout- en soms zelfs vezelloos dieet gezet, moeten ze liters water drinken om vervolgens de helft van hun dag op de wc te spenderen. Ikzelf kreeg vanuit mijn coachteam een ‘zoutgewicht’ en een ‘zoutloosgewicht’ mee; een gewicht zonder en met een dagje zoutloos crashen voor een wedstrijd. Het idee daarachter was dat je zoutgewicht meer een seizoensgebonden gewicht was. Je zoutloze gewicht zou je met een dagje crashen voor de wedstrijd zonder al teveel moeite behalen. Een gefaseerde manier van afvallen. Doordat je een dag, of een paar dagen, geen zout eet en wel veel vocht inneemt, spoelt je lichaam zichzelf door. Het vocht wordt niet meer vastgehouden, waardoor je tijdelijk wat minder weegt. (Noot: je krijgt er ook tijdelijk een gevoel van uitdroging en lichte hoofdpijn bij, leuk!!)

Als het crashdieet niet zijn vruchten afwerpt, zijn er altijd nog laatste redmiddelen om de laatste grammetjes te verliezen. Zo komt het wel eens voor dat een roeier zich in regenkleding moet hijsen om vervolgens net zo lang te spinnen/rennen/ergoën totdat hij of zij genoeg vocht heeft uitgezweet om op gewicht te zijn. 

Daarnaast moet je gedurende het wedstrijdjaar goed letten op wat je eet. Sommige ploegen krijgen een presentatie met informatie over gezonde voedingsstoffen, inwisselbare producten, maar soms ook lijsten met “verboden” producten (onder de noemer “liever niet”, of “bij uitzondering”). De ene ploeg werkt met één cheatdag per maand, anderen mogen elke dag iets lekkers snoepen. 

Hoe je het ook went of keert, topsporten in een gewichtsklasse is onlosmakelijk verbonden met dagelijks bezig zijn met voeding en gewicht. Zo voer je elke ochtend je gewicht in op een app of Excelsheet en wordt in sommige ploegen gehamerd op dat je bepaalde producten beter niet meer kan eten of moet vervangen door gezondere varianten. (3) Een grammetje teveel op de wedstrijddag kan leiden tot diskwalificatie. Er is dan ook geen ontkomen aan een focus op gewicht(sverlies).

Gewichtsverlies of gezichtsverlies? 

Hoewel je bij licht roeien bewust kiest voor een topsport met een gewichtsrestrictie, vond ik deze combinatie zelf best heftig. Elke dag jezelf wegen en bedenken wat je gaat eten, wat je niet gaat eten, hoeveel je gaat eten, wanneer je gaat eten: niet-topsporters staan daar waarschijnlijk een stuk minder bij stil. Een kans op een verstoorde relatie met voeding of een obsessie met gewicht ligt daarom nog wel eens op de loer – iets waarvan ik van tevoren had verwacht dat ik mezelf er wel tegen zou kunnen weren. Immers, ik zat zonder al teveel moeite op mijn streefgewicht.

“Hard roeien was het doel en de weegschaal het middel. Bij mij leken die twee sluipenderwijs om te draaien.”

Opvallend genoeg vond ik het mentale aspect daarom het ingewikkeldste aan het wedstrijdroei-jaar. Het was lastig om in te schatten wanneer bepaalde gedachten ‘part of the lichte roei’-deal waren en wanneer deze onder het kopje ‘obsessief’ zouden kunnen vallen. Jezelf dagelijks wegen en voeding bepalen/omwisselen/mijden ‘hoort er nou eenmaal bij’, dus het aankaarten bij ploeggenootjes of coaches lag niet meteen voor de hand. Aanvankelijk was hard roeien het doel en de weegschaal het middel, bij mij leken die twee sluipenderwijs om te draaien. Daardoor raakte ik uit balans en begon ik door te slaan. 

Maar ook fysiek kan het licht roeien kwaaltjes mee brengen. Ook op Orca lopen lichte dames rond die tijdens het seizoen niet meer ongesteld worden en in de winter met gevoelloze ledematen en koude lichamen moeten dealen. Wederom: dat hangt natuurlijk ontzettend af per persoon, maar is geen exotische uitzondering in de lichte scene.

Een andere kant belicht

Maar niet schrikken! Dit verschilt natuurlijk per persoon: de één heeft mentaal meer moeite met het ‘lichte’ aspect, waar de ander het eenvoudig kan zien als slechts een onderdeel van de sport en niet van diens identiteit. Bovendien zijn sommige roeiers simpelweg van nature al vrij licht, of vallen ze eenvoudig af. Anders zou de tak van sport waarschijnlijk allang gesneuveld zijn.

“Wie is jullie dikkie van de dag?”

Zo vertelt commissiegenootje en lichte middengroeper Maxim, door de Blikredaxi bestempeld tot ‘Mr. 69’ (kilo, red.) (4) dat er binnen zijn eerstejaars wedstrijdploeg weinig taboe lag op gewicht en afvallen. Waar mijn lichte damesploeg niks wilde weten van andermans (streef)gewicht, hadden de heren daar onderling weinig problemen mee (resulterend in lachwekkende vraagstukken als: “wie is de dikkie van de dag?”). Het zou kunnen dat hierin een verschil bestaat tussen dames- en herenploegen, al is het natuurlijk ook iets wat per persoon verschilt. De meeste van mijn mede-lichte dames hadden soms wel moeite met het hoe en wat van op gewicht komen, maar bleven daar mentaal sterk onder.

Ook Vicevoorzitter Lard is een schoolvoorbeeld van een ambitieus afvalverhaal zonder nare bijsmaak. De voormalig clubachter, die vorig jaar meedeed aan de lichte herenselectie, viel bijna 10 kilo af tijdens zijn selectieperiode, maar dat deerde hem mentaal weinig. Hij blikt vooral terug op een ontzettend gave selectietijd en ondanks dat de gewenste positie in EJL niet bereikt werd en corona roet in het eten gooide, acht hij wedstrijd- of clubroeien vooralsnog een supergave ervaring. 

Een vedette aan het woord

“Mijn insteek is om zo sterk mogelijk in plaats van zo licht mogelijk aan de start te verschijnen.”

Tenslotte spreek ik met Tosca, met haar zes jaar aan lichte dames-ervaring en een recente uitzending naar de WorldCup zeker een geschikte gesprekspartner over dit onderwerp. Tosca kan zich mentaal goed distantiëren van het afval-gedeelte en ziet het vooral als een leuke uitdaging. Haar instelling is niet om zo licht, maar eerder om zo sterk mogelijk op een wedstrijd te verschijnen. Die wedstrijden, die ontzettend eerlijk zijn vanwege ieders vergelijkbare afmetingen, zijn echt iets om naartoe te werken. Bovendien maakt deze lichte vedette er sport van om het behalen van een streefgewicht goed te vieren, het liefst met een appeltaart, samen met ploeggenoten of andere vrienden. 

“Het liefst koop ik geen koekjes waar je duidelijk op ziet hoeveel calorieën erin zitten.”

Bewapend met een acht-weeks-afvalschema vanaf de winter zorgt Tosca ervoor dat ze in maart op gewicht aan de start verschijnt. Die periode vindt ze toch ook zwaar: “het is me nog nooit gelukt om af te vallen zonder honger.” De weinige energie, het slappe gevoel na twee trainingen, het thuiskomen en het liefst meteen gaan slapen omdat je ondanks je honger eigenlijk niet veel meer mag eten die dag: het hoort er op dat moment gewoon bij. “Het liefst koop ik ook geen koekjes waar de calorieën (duidelijk) op staan, want dan begint de hele rekensom opnieuw.” De kennis over hoe een appel zich verhoudt tot een zak drop, is iets wat je als gedrilde lichte dame lang bij je zal dragen. 

Een goede balans tussen sport en voeding/gewicht is daarom van groot belang: “je moet je zelfbeeld niet aan je licht-heid gaan hangen, ook al correleert het “Barbie-ideaalbeeld” misschien met het lichaam van een lichte dame. 57 kilo voor meiden van >1.70 is niet per se normaal. Ik vind mezelf ook een stuk mooier als ik geen kapstokje ben!” 

Begeleiding coaches

Aan het roer van een wedstrijdploeg staat een groep gemotiveerde coaches, klaargestoomd om de ploeg naar de top van zijn kunnen te brengen. Deze coaches, in het grootste geval medestudenten en leeftijdsgenoten van de roeiers, offeren hun vrije tijd op om de roeiers te helpen hun techniek en kracht te perfectioneren, maar zijn er ook om naar meer persoonlijke problematiek te luisteren. Coachteams maken daarom veelal gebruik van “PG’tjes” (persoonlijke gesprekjes), waarbij ingecheckt wordt naar het wel en wee van de roeiers. 

“Moet je er als coach genoegen mee nemen als je roeier zegt dat het allemaal goed gaat?”

EJLD’20-coach Rosemarie betwijfelt echter of elke roeier hier het achterste van zijn of haar tong zal laten zien als het aankomt op eetproblematiek of mentale knelpunten. Begrijpelijk, want tot bepaalde hoogte hoort een focus op gewicht en voeding er nou eenmaal bij. “Moet je daarom als coach genoegen nemen als je roeier zegt dat het allemaal goed gaat?” Dat is een lastige vraag: studenti-coaches zijn immers geen opgeleid (sport)psycholoog of diëtist. Zij zijn niet getraind om de signalen van eetproblematiek of mentale gezondheid te herkennen. Laat staan dat ze daar naast hun studie/werk tijd voor hebben. Van hen kan daarom ook niet het oneindige gevraagd worden. 

Ook Tosca beaamt dit. Vanuit haar coachteam(s) heeft ze niet veel begeleiding gehad bij het diëten, dat zoekt elke roeister voor zich uit. “Mensen moeten mij ook niet gaan vertellen wat ik wel en niet mag eten”, en “maximaal eten” na elke training, op suggestie van de coaches, is lang niet altijd een optie. Aan de andere kant ziet ze ook dat je niet van je coaches kan verwachten hier alles van te weten, en ze suggereert daarom ook dat Orca hier wat meer mee zou kunnen doen. “Lang niet alle Eerstejaars coaches checken bovendien na het seizoen nog in over hoe het met de roeiers gaat, terwijl ik ploeggenootjes had die nog lang in het lichte dieetregime zijn blijven hangen.” 

Proefcrashen en e-mo’s met EJLD’21

Binnen EJLD’21 zijn Emma en Remy verantwoordelijk voor het voedingsgedeelte. Eind januari stond traditiegetrouw het proefdagje zoutloos op de planning, waaraan ook de twee coaches die nog nooit gecrasht hebben hebben deelgenomen om de crash- en roeiervaring te kunnen voelen. Maandelijks worden er PG’tjes georganiseerd in de vorm van een wandeling. Daarbij wordt ingecheckt naar wat de meiden vinden van al het eet- en gewichtgedoe en in hoeverre ze daar waarde aan hechten. Ook is er een “e-mo”: een evaluatiemoment waar, zoals de naam al doet vermoeden, ook ruimte is om je hart te luchten. 

Emma geeft aan dat in tegenstelling tot een non-coronajaar, coaches nu niet op Orca tijdens een hap of borrel in de gaten kunnen houden of de roeisters wel genoeg eten. “Dat is lastig, aangezien er minder sociale controle is. We proberen daarom tijdens PG’tjes goed tussen de lijntjes te lezen.” 

“Dagelijkse geluksmomentjes benadrukken dat je het licht-aspect vooral niet te serieus moet nemen!”

Ook worden er meerdere presentaties gehouden over voeding en gewicht: hoe val je verantwoordelijk af en hoe werkt crashen? Het coachteam heeft er bewust voor gekozen om geen zwarte lijst met “verboden” voedsel op te stellen en probeert ook te benadrukken dat de roeisters vooral moeten blijven genieten van dat stuk taart op je verjaardag. Dat doen ze door middel van dagelijkse “geluksmomentjes”, zo kan één van de lichte dames nu onbekommerd genieten van een lekker ontbijt. “Neem het “licht”-aspect serieus, maar neem het vooral niet te serieus,” is ons op het hart gedrukt,’ vertelt ze. Wel erkent ze dat er snel een mentaal spel kan ontstaan, met jezelf dan wel met anderen. Zo is het lastig om je gezicht in een plooi te houden als je ploeggenootjes vertellen dat zij mogen aankomen, terwijl jij druk bezig bent met afvallen. De meiden kunnen, net als wij vorig jaar, niet elkaars gewicht zien in Tracklete.

De coaches zoeken dit vrijwel op eigen houtje uit, want vanuit Orca worden geen vaste presentaties of coachcursussen over diëten en mentale gezondheid bij topsport gegeven. Wel is er een presentatie met Koen Dreijer en Tessa Sturkenboom georganiseerd, die ook vrij veel over voeding konden vertellen. 

Pannenkoeken en doelensessies met Maxim’s EJL

“Ik heb me ook wel eens afgevraagd waar die obsessie met pannenkoeken vandaan komt”

Commissiegenootje cq. lichte veteraan Maxim stuurt me één van de crashschema’s vanuit zijn Eerstejaars Licht-ploeg door. Behalve een normaal ontbijt wordt het eetschema beperkt tot een eentonig menu: 7 à 8 dunne zoutloze pannenkoeken verdeeld over een dag. “Ik heb me ook wel eens afgevraagd waar die obsessie met pannenkoeken vandaan kwam, misschien omdat er weinig vezels in zitten, maar wel veel eiwitten. Was dat bij jullie niet zo?” Antwoord: nee hoor, zo lang er ergens geen tot weinig zout in zat, paste het binnen het crashdieet (voor inspiratie: zie artikel Remy & mij met ons crashdagboek). “Ik denk dat dat schema meer ter houvast is: er werden in verder in het seizoen ook echt wel andere dingen gegeten dan pannenkoeken. Neemt niet weg dat pannenkoeken wel echt een typisch lichtengerecht is.”

Bij de doelensessie werd wel wat verteld over afvallen en voeding en tijdens PG’tjes werd ook wel geïnformeerd naar gewichten. Verder ging al het gewichtsgerelateerde “gewoon via de app, en door middel van schema’s,” vertelt Maxim. “Maar ik denk vooralsnog dat het bij mijn ploegen (EJL ’19 en ’20) wel meeviel met de stress rondom afvallen: met Licht ’19 konden we prima inwegen en met Licht ’20 was dat vanwege corona natuurlijk niet nodig.”

EJL’21: Big dawgs of lichte pikkies?

EJL’21 heeft het meevallertje dat het overgrote deel van de jongens al kan inwegen. Dat kwam eigenlijk toevallig zo uit, er is tijdens de selectie gekeken naar wattage per kilo. Daardoor werd er niet alleen gekeken naar absolute, maar ook relatieve tijden en maakt iedereen een eerlijke kans. Echter, de doorslaggevende selectiefactoren waren motivatie en progressie. De overige “dikkies” moeten wel wat afvallen, maar lijken zich niet al teveel zorgen te maken. (5)

Ook hier wordt gerefereerd naar het praatje van Koen Dreijer, wat vooral zag op feitelijke kennis over voeding en afvallen. Verder houdt het coachteam maandelijks PG’tjes, waarbij benadrukt wordt dat de mannen wel aan de bel moeten trekken als ze ergens mee zitten. Tijdens de doelensessie is bovendien als ploegdoel aangehaald dat er gestreefd wordt naar een open sfeer tussen de mannen en coaches.

Meer a-specifiek voor het lichtroeien in deze ploeg dat de allerlichtsten juist kicken op het aankomen in plaats van het afvallen, goed onderweg om “big dawgs” te worden! Waar er eerst 10 kilo speling was, zit de ploeg nu op een mooi bootgemiddelde van 70 kilo. (NB: Ik sprak ze trouwens in februari/maart, dus dat kan nu natuurlijk veranderd zijn)

Begeleiding Orcabreed

Wedstrijdcommissaris Pien geeft aan dat er wel dieetpraatjes gegeven worden door professionals, zoals ook benoemd door de huidige coachteams, maar dat dat naar invulling is van de wedstrijdcommissaris en dus elk jaar kan veranderen. Er bestaat geen beleid of protocol over dit topic of een vast programma per jaar wat betreft dieethulp, -presentaties of mentale ondersteuning. Het zal dus veelal op initiatief vanuit de wedstrijdsectie zelf aankomen. Ook is het bestuur dit jaar in zee gegaan met een sportpsycholoog, “voor mentale weerbaarheid en groepsdynamiek in de vorm van een persoonlijkheidsscan van de boot,” vertelt Pien. 

“Toen iemand me laatst vroeg of ik met mijn kennis nu ook was gaan selecteren, wist ik dat eigenlijk niet zo goed.”

“Wij hebben als MGLD wel eens praatjes gegeven aan de eerstejaars over hoe wij afvallen aanpakten,” vertelt Tosca. “Misschien is een Commissie Licht Roeien een idee?” grapt ze, maar in essentie zou een algemeen, laagdrempelig aanspreekpunt waar je naartoe kan met al je vragen over afvallen, mentale gesteldheid en licht roeien zeker geen slecht idee zijn. Ook zou er naar mijn mening meer ingezet kunnen worden op voorlichting vooraf, dus tijdens de selectie (of misschien zelfs daarvoor?) al. Vaak wordt het afvallen en wat daarbij komt kijken afgedaan met een “maak je geen zorgen, dat komt later wel!” Achteraf bezien, had ik me best wat zorgen mogen maken. Toen iemand me laatst vroeg of ik was gaan selecteren met de wetenschap dat (in mijn geval) mijn relatie met eten zo zou veranderen, wist ik het antwoord eerlijk gezegd niet zo goed. Weten waar je aan begint en luisteren naar andermans ervaringen hoeft niet per se af te schrikken, maar stimuleert een beter begrip van alles wat er achter een bootgemiddelde kan schuilen. 

Zonder de juiste begeleiding kan het lastig zijn om te weten hoe je op een gecontroleerde, gezonde manier kan afvallen tot je streefgewicht. Het lijkt me daarom wenselijk om op dit gebied te professionaliseren en meer concreet beleid te gaan voeren. Vaste praatjes door experts, beter geïnstrueerde coaches, een ‘lichte dames-cursus’ à la Skoll, ontwikkeld door een sportpsychologe. Op die manier kan Orca ervoor zorgen dat roeiers niet alleen fysiek, maar ook mentaal sterker aan de start verschijnen.

Tot slot

Ik heb zelf maanden geleden mijn weegschaal aan de wilgen gehangen, maar gun alle toekomstige lichte dames en heren het seizoen van hun leven, wedstrijdroeien is bovenal natuurlijk supervet (no pun intended). Het level-playing-field, het gemeenschappelijke doel, de ultieme fitheid, de band met je coaches, stuur(tjes): een meer bijzondere toevoeging aan je studenten(roei)tijd is er bijna niet. Een toevoeging waar je het meest van kan genieten als je balans kan vinden tussen het sporten en het gewicht. Als een soort zweverige yin-yan eigenlijk, of als een weegschaal natuurlijk. 

* Ik schrijf aan de hand van mijn ervaringen, ervaringen van andere lichte roeiers, coaches en andere relevante personen. Veel Orcanen hebben waarschijnlijk een (semi-kloppend) beeld van het lichte roeien, maar zullen er het fijne er verder niet vanaf weten. In dit artikel schotel ik je een shitload aan informatie, ervaringen en feitjes voor. Zie het als een beschouwing die je op de middelbare school moest schrijven: ik probeer verschillende kanten te belichten, het is aan jou om te bedenken wat je er van vindt! (Had graag meer relevante (ex-)lichte pikken/coaches willen bevragen maar he scripties moeten ook geschreven worden dezer dagen 😉 ) .

(1) Dit is niet altijd toegestaan, er zijn ook wel eens inwegers weggestuurd omdat ze nog een pannenkoek aan het wegwerken waren.

(2) Er zijn ook lichte roeiers die juist struggelen met aankomen omdat ze teveel onder het bootgemiddelde zitten! Dus niet elke roeier is bezig met afvallen, ook het moeten aankomen brengt struggles met zich mee. Gezien de ellenlange lengte van dit artikel heb ik besloten daar niet te diep op in te gaan, maar weet dat het ook genoeg voorkomt en dat dit stuk daar niet aan afdoet!

(3) Dat geldt tot op bepaalde hoogte natuurlijk ook voor wedstrijdploegen zonder gewichtsrestrictie. Als fanatieke sporter kan je sommige producten beter mijden ten behoeve van je prestaties.

(4) Maxim hoeft gelukkig niet meer 69 kilo te wegen, maar de bijnaam is geestig dus heb ik in dit artikel laten staan.

(5)  “Dikkies” (van de dag), of lichte roeiers die ten aanzien van de rest van de boot “zwaar” worden genoemd, het is jargon dat vaak gebruikt en gehoord wordt in de lichte roeiscene. Geen specifieke shade naar dit coachteam dus! (Neemt de opmerkelijkheid ervan als je alles relativeert natuurlijk niet weg 😉 )